Ga naar de inhoud

Vrijstelling van inschrijving vanwege overwegende bedenkingen

artikel 5 sub b Leerplichtwet 1969

Als u vindt dat uw kind(eren) niet naar school of onderwijsinstelling kan/kunnen gaan omdat u overwegende bedenkingen heeft tegen de richting van de school of onderwijsinstelling, dan kan er onder bepaalde voorwaarden vrijstelling ontstaan voor de plicht om uw kind in te schrijven op een school.

Een ‘overwegende bedenking’ is een bezwaar dat u heeft tegen de school of instelling. Overwegend wil zeggen dat dit bezwaar voor u zwaarder weegt dan het nadeel dat uw kind(eren) helemaal geen onderwijs krijgt (krijgen). Dit bezwaar moet altijd gericht zijn op de richting van het onderwijs (basisgedachte van de school, gebaseerd op een bepaalde godsdienstige overtuiging of levensbeschouwing). Het bezwaar kan niet gericht zijn tegen de soort van het onderwijs, de leerplicht in het algemeen of de wettelijke inrichting van het onderwijs. Daarnaast moet het bezwaar gelden voor alle scholen en/of instellingen die binnen een redelijke afstand van uw woning liggen. Voor scholen in het basisonderwijs geldt een afstand van 6 km. Voor scholen in het voortgezet onderwijs geldt een afstand van 20 km.

Deze vrijstelling kan ontstaan als u voldoet aan de volgende voorwaarden:

U kunt gebruik maken van Formulier 5 sub b om de vrijstelling aan te vragen. U print dit formulier uit, vult het in en daarna kunt u het ondertekenen. Dan maakt u een foto of een scan van het formulier en stuurt deze via de mail aan info@leerlingzakenmh.nl of u stuurt het per post aan Bureau Leerlingzaken, Antwoordnummer 10005, 2800 VB Gouda.

Bekijk ook